Evaluatie zes projectsubsidies afgerond

19 juli 2023
Het Fonds Podiumkunsten heeft zes projectsubsidies laten evalueren door externe onderzoekers. De onderzochte regelingen zijn: productiesubsidie, opdracht compositie en reeks compositie, werkbijdrage muziekauteur, werkbijdrage theatertekst en programma urban projecten.
De onderzoekers van KWINK Groep keken naar de jaren 2017 tot en met 2021, waarbij een deel van de periode sterk werd beïnvloed door de Corona-pandemie. Het onderzoek is begeleid door een externe klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van brancheorganisaties en onafhankelijke deskundigen.

Uit de evaluatie blijkt dat veel aanvragers en stakeholders de regelingen en de uitvoering ervan door het Fonds waarderen. KWINK constateert bovendien dat de inrichting en uitvoering van de regelingen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van de regelingen. Zo stuurt het Fonds met criteria als geografische spreiding effectief op spreiding van voorstellingen en concerten over het land.
De onderzoekers constateren dat de regelingen gezamenlijk een logisch geheel vormen dat een groot deel van de werkpraktijk in de podiumkunsten bedient. Er is ruimte voor verschillende makers met verschillende soorten behoeften. Met het programma urban projecten draagt het Fonds sinds 2018 bij aan de ontwikkeling van de urban podiumkunsten in Nederland. Deze regeling bevordert de instroom van nieuwe makers, specifiek ook met een cultureel diverse achtergrond.

Het rapport van KWINK laat ook zien dat er zaken zijn die kunnen worden verbeterd. Voor aanvragers is soms niet duidelijk wat het Fonds met beoordelingscriteria bedoelt en hoe deze precies door commissies worden gehanteerd. Het doen van een schriftelijke aanvraag vinden sommige aanvragers lastig. Vanuit aanvragers en brancheorganisaties worden ook vragen gesteld over de samenstelling van commissies. Uit het rapport klinkt de behoefte aan een helderdere communicatie door het Fonds over hoe commissies werken en hoe de juiste expertise bij de beoordeling gewaarborgd wordt.

De onderzochte periode kent bij een aantal regelingen een sterke stijging van het aantal aanvragen. Dat komt onder andere doordat het Fonds de bekendheid van regelingen heeft vergroot, bijvoorbeeld onder makers uit de urban scene of popmuziek. Volgens veel respondenten zijn hiermee de eerste stappen richting een meer diverse podiumkunstensector gezet. Een aandachtspunt is daarbij wel de doorstroom van nieuwe aanvragers naar andere regelingen en het meebewegen van de beoordelingssystematiek met vernieuwingen in de podiumkunstensector.

Voor het Fonds levert de evaluatie belangrijke aanknopingspunten om ervoor te zorgen dat de regelingen in de toekomst toegankelijker worden en de communicatie rondom uitvoering en voorwaarden verbetert. Inmiddels worden de eerste aanpassingen bij de regeling werkbijdrage muziekauteur ingevoerd. Andere aanbevelingen neemt het Fonds mee in de aanloop naar de beleidsperiode 2025-2028.