Veelgestelde vragen (FAQ)
Hier vind je een aantal veelgestelde vragen en de antwoorden over de besluiten van de meerjarige festival- en productiesubsidies 2025-2028.
We verhoogden de aan te vragen bedragen, om daarmee organisaties ruimte te bieden om in te kunnen spelen op (maatschappelijke) ontwikkelingen en opdrachten;
We verschoven een gedeelte van het budget naar de productiebijdrage van de podiumregeling, waarmee we in de periode 2025-2028 in alle landsdelen (co)produceren mogelijk maken.
Hierdoor konden we minder producenten een subsidie toekennen dan in de periode 2021-2024. Het aantal honoreringen daalde van 149 naar 127.
Waar we voor de periode 2017-2020 en 2021-2024 nog driekwart (74%) van de aanvragen voor meerjarige productiesubsidie konden toekennen, is dat in deze ronde minder dan de helft (47%). Dat heeft geleid tot het afwijzen van zowel nieuwe aanvragers als aanvragers die al meerjarige subsidie ontvangen.
In de periode 2017-2020 voerde het Fonds een andere meerjarige regeling uit (de meerjarige activiteitensubsidie). Toen was het percentage nieuwe instroom onder producenten na toekenning aanvullende middelen 46 procent. De 42 procent nieuwe instroom is dus vergelijkbaar met de vorige twee rondes meerjarige subsidies.
Wat in de context van deze regeling een nieuwe aanvrager is, loopt sterk uiteen: van (relatief) nieuw in het professionele veld als aanvrager uit een nieuwe generatie, tot gevestigde makers die in een nieuwe organisatievorm gaan opereren of herintreders in de meerjarige regeling.
Nieuwe instroom vindt met name plaats in categorie I. In categorie III is één nieuwe aanvrager gehonoreerd.
De plek waar de aanvrager is gevestigd. Er is gekeken of de aanvrager met diens vestigingsplaats bijdraagt aan de spreiding van de podiumkunsten over Nederland, mits er feitelijk sprake is van inbedding in die plaats.
De spreiding van uitvoeringen. Er is gekeken of de aanvrager een aantoonbare rol speelt in een evenredige spreiding van podiumkunsten in Nederland (inclusief Caribische gemeenten en landen binnen het Koninkrijk).
Voor het bepalen van de bijdrage van een aanvrager aan geografische spreiding van uitvoeringen heeft het Fonds gekeken naar de mate van evenredige spreiding van uitvoeringen van een aanvrager per categorie over het land, ook in relatie tot andere aanvragers. Dit betekent dat hoe gelijkmatiger de spreiding is verdeeld over het land, hoe hoger de organisatie op dit onderdeel is gewaardeerd (met 1 of 2 punten). Om dat te kunnen doen heeft het Fonds de volgende systematiek gehanteerd. Binnen een categorie is van alle aanvragers percentueel vastgesteld welk aandeel van hun uitvoeringen in een bepaalde regio of stad zal plaatsvinden. Per stad en regio zijn de percentages van de verschillende aanvragers op volgorde van klein naar groot gezet. Het middelste percentage (de mediaan) is als uitgangspunt gehanteerd bij het beoordelen van de spreiding van individuele aanvragers.
- Zie ook Tabel 4: Medianen per categorie
De commissie heeft de voorgenomen spreiding van uitvoeringen vergeleken met de medianen om te beoordelen of een aanvrager bovengemiddeld speelt in een bepaalde stad of regio. Ter illustratie: stel dat een aanvrager in categorie I in de regio Zuid 15,6% van diens totale voorgenomen uitvoeringen speelt, dan speelt de aanvrager bovengemiddeld in die regio, want de mediaan in die regio is 13,3%.
Voor een positieve beoordeling is het uitgangspunt geweest dat het niet voldoende is om in één of twee regio’s meer dan de mediaan te spelen. We hebben de scores als volgt verdeeld:
Eén punt bij een percentage uitvoeringen dat in meer dan 3 van de 9 regio’s/steden hoger is dan de mediaan (Redelijke bijdrage aan een evenredige spreiding van uitvoeringen)
Twee punten bij een percentage uitvoeringen dat in meer dan 5 van de 9 regio’s/steden hoger is dan de mediaan (Grote bijdrage aan een evenredige spreiding van uitvoeringen)
Nul punten in andere gevallen (Geen bijzondere bijdrage aan een evenredige spreiding van uitvoeringen)
De festivalsubsidies worden ieder jaar in twee voorschotten uitbetaald, uiterlijk op de 15e dag van januari en april. Voor biënnales geldt een aangepast bevoorschottingsschema.
Productiesubsidies worden per kwartaal bevoorschot, uiterlijk op de 15e dag van januari, april, juli en oktober. Daarnaast wordt in januari 2025 een extra kwartaalvoorschot uitbetaald dat wordt verrekend in 2028.
Voor de festivalsubsidie gelden de volgende opslagpercentages voor fair pay:
- Programmeringsbijdrage: 19,5% van het toegekende subsidiebedrag
- Organisatiebijdrage tot 150.000 euro per jaar: 11,5% van het toegekende subsidiebedrag
- Organisatiebijdrage tot 300.000 euro per jaar: 7% van het toegekende subsidiebedrag
Voor de productiesubsidie geldt het opslagpercentage als volgt:
- Categorie I: 19,5% van het toegekende subsidiebedrag
- Categorie II: 11,5% van het toegekende subsidiebedrag
- Categorie III: 7% van het toegekende subsidiebedrag
Het Fonds vraagt alle gehonoreerden in het najaar van 2024 een aangepaste begroting in te dienen, waarin de besteding van de fair pay-middelen zichtbaar gemaakt wordt.
De hoogte van de aanvullende subsidie is afhankelijk van de gemiddelde ontvangen meerjarige subsidie (inclusief indexering, maar exclusief covid-middelen) in de periode 2021-2024. De betreffende organisaties zullen binnenkort een aanvullende subsidie ontvangen ten behoeve van deze frictiekosten.
Bij één periode van vier jaar is de hoogte van de subsidie 2/12 van het gemiddelde jaarbedrag over de periode 2021-2024.
Bij twee aaneengesloten periodes (2021-2024 en 2017-2020) is de hoogte van de subsidie 3/12 van het gemiddelde jaarbedrag over de periode 2021-2024
Bij drie aaneengesloten periodes (2021-2024, 2017-2020 en 2013-2016) of langer is de hoogte van de subsidie 4/12 van het gemiddelde jaarbedrag over de periode 2021-2024.
Voor organisaties die vanaf 2025 minstens 10% minder subsidie gaan ontvangen wordt de hoogte van de bijdrage gebaseerd op de subsidievermindering.
Veelgestelde vragen (FAQ)
Hier vind je een aantal veelgestelde vragen en de antwoorden over de besluiten van de meerjarige festival- en productiesubsidies 2025-2028.
Hoe werkt het?
Voor wie voor het eerst subsidie aanvraagt bij het Fonds Podiumkunsten.
Algemene documenten
Algemeen reglement Fonds Podiumkunsten Huishoudelijk reglement Fonds Podiumkunsten
Bezwaar maken
Als u het niet eens bent met een beslissing van het Fonds Podiumkunsten, dan kunt u daartegen bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift.
Ontvangsten van het Fonds en de belastingen
Het Fonds Podiumkunsten betaalt subsidies, vacatiegelden en kostenvergoedingen ook aan personen. Hoe moeten deze betalingen in de aangifte worden verwerkt?
Bestuursbesluiten
Een aantal regelingen van het Fonds bevat de mogelijkheid een subsidieplafond in te stellen of een bestaand plafond te verhogen of te verlagen. Deze besluiten worden op deze plaats bekendgemaakt.
Governance
Goed bestuur (vaak ook aangeduid als governance) gaat over de wijze waarop in een organisatie besluiten worden genomen. Het Fonds Podiumkunsten ziet goed, verantwoord en transparant bestuur als basisvoorwaarde voor instellingen om succesvol te kunnen opereren.